Verschil Tussen IAS 16 En IAS 40

Inhoudsopgave:

Verschil Tussen IAS 16 En IAS 40
Verschil Tussen IAS 16 En IAS 40

Video: Verschil Tussen IAS 16 En IAS 40

Video: Verschil Tussen IAS 16 En IAS 40
Video: IAS 16 (PPE) and IAS 40 Investment Property - A Quick Comparison 2024, November
Anonim

Belangrijkste verschil - IAS 16 versus IAS 40

Alle bedrijven investeren in vaste activa. De administratieve verwerking van deze vaste activa is onderworpen aan een aantal protocollen waarbij ook rekening wordt gehouden met herwaardering, afschrijving en afstoting ervan. IAS 16 - Materiële vaste activa en IAS 40 - Vastgoedbeleggingen lijken qua aard sterk op elkaar en delen ook bepaalde gemeenschappelijke richtlijnen. IAS 16 is echter gewijd aan de behandeling van vaste activa die worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten, terwijl IAS 40 voornamelijk betrekking heeft op vaste activa die worden aangehouden voor verhuur, vermogensgroei of voor beide. Dit is het belangrijkste verschil tussen IAS 16 en IAS 40.

INHOUD

1. Overzicht en belangrijkste verschil

2. Wat is IAS 16

3. Wat is IAS 40

4. Vergelijking zij aan zij - IAS 16 versus IAS 40

5. Samenvatting

Wat is IAS 16 - Materiële vaste activa?

IAS 16 regelt de boekhoudkundige verwerking van langlopende, vaste activa zoals materiële vaste activa. Activa dienen initieel te worden opgenomen tegen kostprijs, en latere opname kan plaatsvinden tegen kostprijs of geherwaardeerd bedrag. Herwaardering van activa verwijst ook naar de waardering ervan tegen 'reële waarde' (de prijs waartegen een actief wordt gekocht en verkocht binnen de algemene marktvoorwaarden). De standaard sluit een bepaald type activa uit die verschillende boekhoudkundige behandelingen vereisen onder andere normen, zoals hieronder beschreven.

  • Activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop in overeenstemming met IFRS 5 Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten
  • Biologische activa met betrekking tot landbouwactiviteiten worden verantwoord onder IAS 41 Landbouw
  • Exploratie- en evaluatieactiva opgenomen in overeenstemming met IFRS 6 Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen

Erkenning van activa tegen kostprijs

Hier worden de kosten beschouwd als alle kosten die zijn gemaakt om het actief in werkende staat te brengen om economisch voordeel te genereren. Dit omvat dus naast de aankoopprijs ook de kosten zoals levering, installatie.

Opname van activa tegen reële waarde

Vaste activa stijgen in waarde met de tijd als gevolg van de vraag, dus na verloop van tijd kan hun waarde aanzienlijk verschillen van de prijs waartegen ze zijn verworven. Sommige bedrijven registreren deze waardestijging dus door activa te herwaarderen, wat 'herwaarderingsmeerwaarden' wordt genoemd. Dit wordt opgenomen in het eigen vermogen van de balans.

Afschrijving

Vaste activa moeten worden afgeschreven om de afname van hun economische levensduur weer te geven. Er zijn een aantal methoden beschikbaar om de afschrijving toe te wijzen, de lineaire methode en de degressieve methode zijn de meest gebruikte methoden. Het afschrijvingsbeleid moet ten minste jaarlijks worden herzien en als het patroon van de consumptie van uitkeringen is gewijzigd, moet het beleid prospectief worden gewijzigd als een schattingswijziging.

Verwijdering

Aan het einde van de economische levensduur worden de vaste activa afgestoten, wat resulteert in een winst of verlies. Als het actief zou kunnen worden verkocht voor een prijs die hoger is dan de nettoboekwaarde (kostprijs minus geaccumuleerde afschrijvingen), dan is er sprake van winst bij verkoop en vice versa.

Verschil tussen IAS 16 en IAS 40
Verschil tussen IAS 16 en IAS 40

Figuur_1: stijging van de vastgoedprijzen

Wat is IAS 40 - Vastgoedbeleggingen?

Deze standaard presenteert de boekhoudkundige richtlijnen voor de opname en behandeling van onroerend goed dat wordt aangehouden met de bedoeling huur en kapitaalgroei te verdienen, of voor beide. Net als bij IAS 16 dient de eerste opname van het onroerend goed in de balans te gebeuren tegen kostprijs en de daaropvolgende waardering zal verder gebeuren op basis van kostprijs of reële waarde.

De waardering van de reële waarde kan niet met volledige nauwkeurigheid gebeuren. Bij het schatten van de reële waarde kan echter rekening worden gehouden met de huidige marktprijzen van vergelijkbaar vastgoed. Als de onderneming geen redelijke reële waarde kan verkrijgen, dient de vastgoedbelegging te worden gewaardeerd volgens het kostprijsmodel in IAS 16, ervan uitgaande dat de herverkoopwaarde van het vastgoed nul is. IAS 16 zal ook worden gebruikt om het onroerend goed te verkopen. In 2008 werd het toepassingsgebied van IAS 40 uitgebreid met onroerend goed in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik om te worden geclassificeerd als vastgoedbeleggingen; die voorheen werd beheerst door IAS 16.

Wat is het verschil tussen IAS 16 en IAS 40?

Diff Artikel Midden voor Tafel

IAS 16 versus IAS 40

IAS 16 waardeert vaste activa gebruikt voor bedrijfsactiviteiten. IAS-waarde activa die worden gehuurd en / of aangehouden voor vermogensgroei.
Onroerend goed in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik
Vastgoed in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik werd voorheen beheerst door IAS 16 Vastgoed in aanbouw of ontwikkeling voor toekomstig gebruik wordt momenteel beheerst door IAS 40.

Samenvatting - IAS 16 versus IAS 40

Hoewel er een verschil is tussen IAS 16 en IAS 40, moet worden opgemerkt dat deze twee standaarden elkaar vaak aanvullen en een bepaalde boekhoudkundige verwerking delen, zoals latere opname van de activawaarde, afschrijvingen en vervreemding. Om te onderscheiden welke standaard moet worden gebruikt, hangt af van het feit of het actief wordt gebruikt voor het uitvoeren van een normale zakelijke activiteit of als een middel om beleggingsinkomsten te genereren.

Aanbevolen: