Haber tegen Tener
Haber en Tener zijn toevallig een van de meest verwarrende werkwoordparen voor iedereen die probeert Spaans te leren. Hoewel beide werkwoordsvormen dezelfde betekenis uitdrukken van 'hebben' of 'bezitten', blijven studenten vaak in de war over welke van beide in een bepaalde context moet worden gebruikt. Dit artikel wil deze verwarring wegnemen door het verschil tussen de twee werkwoordsvormen te benadrukken.
Als je het over iets hebt in de zin dat je het bezit, is tener de te gebruiken werkwoordsvorm. Haber wordt meestal gebruikt in de vorm van een hulpwerkwoord voor dingen die je hebt gedaan. Dus als je duidelijk wilt maken dat je fysiek iets hebt, maak dan gebruik van tener. Wat beide werkwoordsvormen gemeen hebben, is dat ze allebei onregelmatig zijn.
Zowel haber als tener combineren met que en komen in aanmerking om te worden gebruikt in zinnen waarin noodzaak of verplichting moet worden uitgedrukt. Dit is een functie die de studenten van de Spaanse taal in verwarring brengt.
Wat is het verschil tussen Haber en Tener?
• Tener en haber zijn werkwoorden die zeer vaak in de Spaanse taal worden gebruikt en beide lijken dezelfde betekenis aan te duiden als 'hebben' of 'bezitten'.
• Maar heber weerspiegelt een gebeurtenis van bestaan als 'gebeuren' of 'bestaan' tener weerspiegelt fysiek bezit als in 'nemen' of 'hebben'.
• Haber wordt in veel verschillende contexten gebruikt en wordt door Spanjaarden beschouwd als een vervoegingswerkwoord. Haber wordt gebruikt als hooi in de tegenwoordige tijd of habia zoals in de verleden tijd in de zin van louter het bestaan van een ding of een persoon.
• Tener drukt bezetenheid uit en helpt ook bij het uitdrukken van idiomen die in verschillende emoties en gemoedstoestanden worden gebruikt.