Debugger versus compiler
Over het algemeen is een compiler een computerprogramma dat een programma leest dat is geschreven in de ene taal, de brontaal genoemd, en het vertaalt in een andere taal, de doeltaal. Traditioneel was de brontaal een taal op hoog niveau, zoals C ++, en was de doeltaal een taal op een laag niveau, zoals de assembleertaal. Debugger is een computerprogramma dat wordt gebruikt om bugs / fouten in andere programma's te vinden. Debugger stelt een programmeur in staat om de uitvoering van een programma op een bepaald punt te stoppen en de kenmerken zoals variabele waarden op dat punt te onderzoeken.
Wat is een debugger?
Debugger is een computerprogramma dat wordt gebruikt om bugs / fouten in andere programma's te vinden. Debugger maakt het mogelijk een programma uit te voeren en elke stap in de programma-uitvoering te inspecteren. Het maakt het ook mogelijk om de uitvoering van het programma op een bepaald punt te stoppen en enkele variabele waarden te wijzigen en vervolgens de uitvoering voort te zetten. Al deze mogelijkheden zijn bedoeld om de programmeur te helpen ervoor te zorgen dat haar programma correct werkt en om bugs in de code te helpen identificeren. De meeste debuggers bieden de mogelijkheid om een programma stap voor stap uit te voeren (ook wel single stepping genoemd), waarbij ze pauzeren om de huidige staat van het programma te onderzoeken door een breekpunt op te geven en variabelen bij te houden. Bij sommige geavanceerde foutopsporingsprogramma's kan de programmeur een locatie overslaan die een crash of een logische fout in de code veroorzaakt en doorgaan met de uitvoering vanaf een andere locatie. Enkele van de populaire debuggers zijn GNU Debugger (GDB), Microsoft Visual Studio Debugger, enz.
Wat is een compiler?
Compiler is een computerprogramma dat een programma leest dat in de ene taal is geschreven, de brontaal genoemd, en het vertaalt in een andere taal, de doeltaal. Meestal is de brontaal een taal op hoog niveau en is de doeltaal een taal op laag niveau. Over het algemeen kunnen compilers dus worden gezien als vertalers die van de ene taal naar de andere vertalen. Bovendien voeren compilers enkele optimalisaties uit aan de code. Een typische compiler bestaat uit verschillende hoofdcomponenten. Het eerste onderdeel is de scanner (ook wel de lexicale analysator genoemd). De scanner leest het programma en converteert het naar een reeks tokens. De tweede component is de parser. Het converteert de reeks tokens naar een ontleedboom (of een abstracte syntaxisboom), die de syntactische structuur van het programma vastlegt. De volgende component zijn de semantische routines die de semantiek van de syntactische structuur interpreteren. Dit wordt gevolgd door code-optimalisaties en de uiteindelijke codegeneratie.
Wat is het verschil tussen een debugger en een compiler?
Debugger is een computerprogramma dat wordt gebruikt om bugs / fouten in andere programma's te vinden, terwijl compiler een computerprogramma is dat een programma dat in de ene taal is geschreven, leest en in een andere taal vertaalt. Compilers hebben ook de mogelijkheid om syntaxisfouten en andere compilatietijdfouten te detecteren, maar debuggers bieden meer mogelijkheden (zoals het monitoren van het geheugen) om bugs in programma's te detecteren. Deze twee zijn twee verschillende programma's, maar meestal zijn een debugger en een compiler in één pakket geïntegreerd.