Het belangrijkste verschil tussen autogene en allogene successie is dat autogene successie plaatsvindt als gevolg van biotische componenten zoals planten en ophoping van strooisel, enz. In het ecosysteem, terwijl allogene successie plaatsvindt als gevolg van abiotische componenten zoals vulkanen, overstromingen, bosbranden en menselijke interferenties, enz. in het ecosysteem.
Ecologische successie verwijst naar de evolutie van de structuur van een biologische gemeenschap in de tijd. Er zijn twee soorten erfopvolging: primaire opvolging en secundaire opvolging. Primaire opvolging is de kolonisatie van een gebied dat niet eerder werd bewoond door een ecologische gemeenschap, terwijl secundaire opvolging de kolonisatie is van een gebied na een ernstige verstoring of verwijdering van de vorige gemeenschap. Wanneer we kijken naar de bijdrage van biotische en abiotische componenten in een ecosysteem voor de opvolging, zijn er twee soorten opvolging, namelijk autogene en allogene opvolging. Abiotische componenten sturen allogene successie aan, terwijl biotische componenten autogene successie stimuleren.