Thevenin vs Norton Theorem
De stelling van Thevenin en de stelling van Norton zijn twee belangrijke stellingen die worden gebruikt op gebieden zoals elektrotechniek, elektrotechniek, fysica, circuitanalyse en circuitmodellering. Deze twee stellingen worden gebruikt om grote circuits te reduceren tot eenvoudige spanningsbronnen, stroombronnen en weerstanden. Deze theorieën zijn erg handig bij het berekenen en simuleren van veranderingen voor grootschalige circuits. In dit artikel gaan we de toepassingen bespreken van de stelling van Thevenin en die van Norton, hun geschiedenis, definities, overeenkomst tussen deze twee stellingen en tenslotte de verschillen daartussen.
Thevenins stelling
Een stelling is iets dat wordt gedefinieerd op basis van eerder aanvaarde stellingen en axioma's. Als een resultaat afwijkt van de stelling, kan dit komen door de stelling zelf, of de stellingen en axioma's die werden gebruikt om de stelling te bouwen, waren verkeerd. De stelling van Thevenin voor lineaire elektrische systemen stelt dat elk aantal spanningsbronnen, stroombronnen en weerstanden kan worden teruggebracht tot een equivalente spanningsbron en een weerstand die in serie is geschakeld met de spanningsbron. Hoewel het bekend staat als de stelling van Thevenin, werd het voor het eerst ontdekt door Hermann von Helmholtz, een Duitse wetenschapper. Het werd voor het eerst ontdekt in 1853. Later herontdekte de Franse telegraafingenieur Leon Charles Thevenin het in 1883. Dit is een zeer nuttige stelling in de circuittheorie. Het kan ook worden gebruikt voor wisselstroomcircuits door impedantie te gebruiken in plaats van weerstand. Het equivalente circuit van de Thevenin wordt meestal berekend voor een open circuit. Vervolgens wordt het resultaat gebruikt om te modelleren en simuleren hoe het circuit zich gedraagt wanneer verschillende componenten worden gebruikt om het circuitpad te sluiten. Deze stelling is erg handig vanwege de conversie van echte componenten naar ideale componenten. De eigenschappen van deze ideale componenten zijn relatief eenvoudig te berekenen.
De stelling van Norton
De stelling van Norton is ook voor lineaire netwerken. De stelling van Norton stelt dat een willekeurig aantal spanningsbronnen, stroombronnen en weerstanden met twee open uiteinden kan worden vereenvoudigd tot een ideale stroombron en een weerstand die parallel is geschakeld met de bron. Deze stelling kan ook worden gebruikt voor alternatieve stroomcircuits door impedantie toe te passen in plaats van weerstand. De stelling van Norton werd afzonderlijk ontdekt door twee mensen. Het waren Hans Ferdinand Mayer en Edward Lawry Norton. Daarom wordt de stelling van Norton in sommige delen van Europa ook wel de stelling van Norton-Mayer genoemd. Deze stelling is ook erg handig als het gaat om circuitsimulaties. Het verzet van de Norton is ook gelijk aan het verzet van de Thevenin. De wet van Norton werd veel later ontdekt dan de wet van Thevenin in 1926.
Wat is het verschil tussen de stellingen van Thevenin en Norton? - De stelling van Norton gebruikt een stroombron, terwijl de stelling van Thevenin een spanningsbron gebruikt. - De stelling van Thevenin gebruikt een weerstand in serie, terwijl de stelling van Norton een weerstand gebruikt die parallel aan de bron is ingesteld. - De stelling van Norton is eigenlijk een afleiding van de stelling van Thevenin. - Het verzet van Norton en dat van Thevenin zijn even groot. - Het equivalentcircuit van Norton en het equivalentcircuit van Thevenin kunnen eenvoudig worden verwisseld. |