Het belangrijkste verschil tussen depolariserende en niet-depolariserende neuromusculaire blokkers is dat depolariserende neuromusculaire blokkers werken als acetylcholinereceptoragonisten, terwijl niet-depolariserende neuromusculaire blokkers fungeren als competitieve antagonisten.
Neuromusculaire blokkers worden vaak gebruikt voor ontspanning van skeletspieren. Ze worden ook skeletspierverslappers genoemd. Ze blokkeren de neuromusculaire transmissie op de neuromusculaire overgang (overgang tussen neuron en spier). Hierdoor trekken de spieren niet samen en blijven ze ontspannen. Neuromusculair blokkerende medicijnen zijn nuttig bij operaties. Er zijn twee soorten neuromusculaire blokkers die werken op een neuromusculaire junctie. Het zijn depolariserende en niet-depolariserende neuromusculaire blokkers. Depolariserende neuromusculaire blokkers werken als acetylcholinereceptoragonisten. Daarentegen functioneren niet-depolariserende neuromusculaire blokkers als competitieve antagonisten. Neuromusculaire blokkers zijn over het algemeen structurele analogen van acetylcholine.