Het belangrijkste verschil tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren is dat essentiële aminozuren niet door het lichaam kunnen worden gesynthetiseerd, terwijl niet-essentiële aminozuren door het lichaam kunnen worden gesynthetiseerd.
Aminozuren zijn de bouwstenen of voorlopers van eiwitten. Zoals de naam al aangeeft, bevat aminozuur een aminogroep (-NH 2) en een zure carboxylgroep (-COOH). Met deze twee groepen worden een extra waterstof en een functionele zijketen (R-groep) gebonden aan een centraal koolstofatoom. De aard van deze R-groep bepaalt de unieke eigenschappen en de chemie van het aminozuur; dus resulterend in verschillende eiwitten. Eiwitten zijn de meest gediversifieerde groep macromoleculen, zowel chemisch als functioneel. Er zijn 21 verschillende aminozuren die via peptidebindingen met elkaar zijn verbonden om verschillende eiwitten te maken. Ze zijn allemaal essentieel voor elk organisme.