Normatief versus empirisch
In de sociale wetenschappen zijn er twee woorden, normatief en empirisch, die van grote betekenis zijn. Normatieve en empirische kennis zijn totaal verschillende dingen, zoals de lezers na het lezen van dit artikel duidelijk zullen zijn. Normatieve uitspraken zijn veroordelend, terwijl empirische uitspraken puur informatief en vol feiten zijn.
Normatieve uitspraken zijn 'zou'-uitspraken, terwijl empirische uitspraken' is'-uitspraken zijn. Deze ene verklaring is voldoende om beide termen te verduidelijken. Om uit te werken, stellen normatieve uitspraken vragen, ze verlangen, en zeggen expliciet hoe de dingen zouden moeten zijn. Aan de andere kant proberen empirische verklaringen neutraal te zijn en de feiten te formuleren zoals ze zijn, zonder een oordeel te vellen of een analyse te maken die bevooroordeeld kan zijn vanwege de persoonlijke voorkeuren van het individu.
In de economie zijn zowel normatieve als empirische theorieën in zwang. Daarom is alleen het vermelden van de feiten over een economie soms niet voldoende en is het ook niet wenselijk. Mensen hebben het recht te weten hoe hun gekozen vertegenwoordigers werken om hun lot te verbeteren en wat de resultaten zijn van het beleid dat wordt uitgevoerd. Dit leidde tot de ontwikkeling van oordelende, kritische en analytische uitspraken van economen die mensen hielpen de feitelijke prestaties van een regering te begrijpen en ook de impact van het beleid dat wordt gevoerd.
Empirische uitspraken zijn objectief, doorspekt met feiten en informatief van aard. Aan de andere kant zijn normatieve uitspraken op waarden gebaseerd, subjectief en kunnen ze niet worden bewezen. Kijk bijvoorbeeld eens naar deze twee uitspraken.
Ons land heeft de hoogste levensstandaard ter wereld.
Ons land is het beste land ter wereld.
De eerste op feiten gebaseerde bewering is empirisch, terwijl de tweede bewering dat het land de beste ter wereld is, een subjectieve bewering is die niet kan worden bewezen.
In het kort: Normatief en empirisch - Elke empirische wetenschap is vrij van subjectiviteit en presenteert feiten en informatie die kunnen worden bewezen, terwijl normatieve uitspraken subjectief, veroordelend en niet bewijsbaar zijn. |