Het belangrijkste verschil tussen additiepolymerisatie en condensatiepolymerisatie is dat voor additiepolymerisatie monomeer een onverzadigd molecuul moet zijn, terwijl voor condensatiepolymerisatie monomeren verzadigde moleculen zijn.
Polymeren zijn grote moleculen die dezelfde structurele eenheid keer op keer herhalen. De herhalende eenheden vertegenwoordigen monomeren. Deze monomeren binden met elkaar via covalente bindingen om een polymeer te vormen. Ze hebben een hoog molecuulgewicht en bestaan uit meer dan 10.000 atomen. In het syntheseproces (polymerisatie) worden langere polymeerketens gevormd. Er zijn twee hoofdtypen polymeren, afhankelijk van hun synthesemethoden. Als de monomeren dubbele bindingen tussen koolstofatomen hebben, worden additiepolymeren gevormd via additiepolymerisatie. Bij sommige polymerisatiereacties, wanneer twee monomeren worden gecombineerd, komt er een klein molecuul vrij, dwz water. Dergelijke polymeren zijn condensatiepolymeren. Polymeren hebben heel andere fysische en chemische eigenschappen dan hun monomeren.