Het belangrijkste verschil tussen vruchtbaarheid en vruchtbaarheid is dat vruchtbaarheid het natuurlijke vermogen is van een organisme (mannelijk of vrouwelijk) om zich voort te planten, terwijl vruchtbaarheid het reproductievermogen is van een enkele persoon of een populatie.
Bij reproductieve gezondheid spelen de termen vruchtbaarheid en vruchtbaarheid een grote rol. Deze twee concepten worden veel gebruikt in de populatie-ecologie. In de meeste gevallen verklaren vruchtbaarheid en vruchtbaarheid processen in zoogdiersystemen. Vruchtbaarheid is het natuurlijke vermogen van een organisme om zich voort te planten. Het vruchtbaarheidscijfer van een vrouw hangt af van het aantal geboorten. Aan de andere kant is vruchtbaarheid het potentieel specifiek bij een vrouw om zich voort te planten. Dit suggereert het potentieel en de mate van gezondheid van een vrouw om zich voort te planten en nakomelingen te baren.