Het belangrijkste verschil tussen vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid is dat vruchtbaarheid het vermogen is van een organisme om onder natuurlijke omstandigheden een nageslacht te produceren, terwijl onvruchtbaarheid het onvermogen is van een organisme om zich via natuurlijke processen voort te planten en een nageslacht te produceren.
Voortplanting is een belangrijk aspect voor de continuïteit van een soort / populatie. Daarom is het een fundamenteel kenmerk van alle levende organismen. Reproductie gebeurt op twee manieren; zij zijn de seksuele en aseksuele voortplanting. De meeste dieren, inclusief mensen, voeren seksuele voortplanting uit. Het is een proces waarbij twee gameten; elk van een mannetje en een vrouwtje smelten samen om een zygote te vormen, die zich later tot een organisme ontwikkelt. Het succes van de bovenstaande procedure hangt af van de vruchtbaarheid van de twee individuen; de mannelijke en vrouwelijke organismen.