Bijvoeglijk naamwoord versus predikaat
Als u het verschil tussen bijvoeglijk naamwoord en predikaat kent, kunt u de Engelse grammatica beter begrijpen. Een bijvoeglijk naamwoord is een woordsoort die de kwaliteit van het zelfstandig naamwoord beschrijft. Aan de andere kant is een predikaat een bijzin die ons iets over het onderwerp vertelt. Dit is het belangrijkste verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een predikaat. Bijvoeglijk naamwoord kan met elk zelfstandig naamwoord in de zin worden gebruikt, terwijl het predikaat ons alleen vertelt over het onderwerp van de zin. Dit artikel geeft u meer details over deze twee woorden en hun verschillen.
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Kort gezegd kan een bijvoeglijk naamwoord worden gedefinieerd als een woordsoort die het zelfstandig naamwoord beschrijft dat het kwalificeert. Dit is de belangrijke definitie van een bijvoeglijk naamwoord. Let op de twee onderstaande zinnen.
Francis is een boze man.
Lucy accepteert het blauwe kledingstuk dat haar wordt aangeboden.
In beide zinnen kun je zien dat de woorden 'boos' en 'blauw' respectievelijk als bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt om de zelfstandige naamwoorden te beschrijven, namelijk respectievelijk 'man' en 'kledingstuk'. In de eerste zin kun je zien dat het woord 'boos' de kwaliteit van Franciscus beschrijft zoals hij boos van aard is. In de tweede zin kun je zien dat het woord 'blauw' de kwaliteit van het kledingstuk beschrijft en zegt dat Lucy het blauwe kledingstuk accepteert dat haar werd aangeboden. Dit is een belangrijke opmerking bij het bestuderen van de bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoeglijk naamwoord wordt meestal net voor het zelfstandig naamwoord geplaatst dat het beschrijft.
Wat is een predikaat?
Aan de andere kant is een predikaat een bijzin die iets zegt over het onderwerp van een zin. Kijk naar de twee onderstaande zinnen.
Willey komt vandaag.
John zal vandaag op de functie spreken.
In beide zinnen kun je zien dat de woorden die het onderwerp aanduiden respectievelijk 'Willey' en 'John' zijn. Tegelijkertijd is in de eerste zin het predikaat 'komt vandaag' omdat het iets aangeeft over het onderwerp. Op dezelfde manier is in de tweede zin het predikaat 'zal vandaag spreken' omdat het iets zegt over het onderwerp, namelijk John. Zoals je kunt zien, komt een predikaat na het onderwerp in een zin. Er zijn echter gevallen waarin het predikaat voor het onderwerp wordt geplaatst. Bekijk de volgende voorbeelden.
De prinses Victoria ging naar beneden.
Bitter zijn de resultaten van verraad.
In de eerste zin is prinses Victoria het onderwerp. Ging down is de beschrijving van het onderwerp. Met andere woorden, het is het predikaat. Dan, in de tweede zin, is het resultaat van verraad het onderwerp, terwijl het predikaat bitter is. Beide predikaten in beide zinnen worden voor het onderwerp geplaatst. Meestal wordt dit type gebruik in de literatuur gevonden.
Wat is het verschil tussen bijvoeglijk naamwoord en predikaat?
• Een bijvoeglijk naamwoord is een woordsoort die de kwaliteit van het zelfstandig naamwoord beschrijft.
• Aan de andere kant is een predikaat een bijzin die ons iets over het onderwerp vertelt.
• Bijvoeglijk naamwoord wordt meestal net voor het zelfstandig naamwoord geplaatst dat het beschrijft.
• Een predikaat komt meestal na het onderwerp, maar er zijn uitzonderingen wanneer het predikaat ervoor komt.
Dit zijn de verschillen tussen bijvoeglijk naamwoord en predikaat in de Engelse grammatica.