Het belangrijkste verschil tussen B-cellen en plasmacellen is dat de B-cellen een soort witte bloedcellen zijn die werken in adaptieve immuniteit, terwijl de plasmacellen een soort geactiveerde B-cellen zijn.
Ons immuunsysteem detecteert een breed scala aan infectieuze pathogenen en beschermt ons tegen verschillende ziektetoestanden. Het immuunsysteem heeft twee hoofdonderdelen: het aangeboren immuunsysteem (eerste verdedigingslinie) en het adaptieve immuunsysteem (secundaire nauwkeurige verdediging met geheugen). B-cellen en plasmacellen zijn twee categorieën witte bloedcellen in het adaptieve immuunsysteem. B-cellen produceren antilichamen die dienen als antigeenpresenterende cellen en die antilichamen uitscheiden. Aan de andere kant zijn plasmacellen geactiveerde B-cellen die een groot aantal antilichamen produceren.