Ruimtelijke versus tijdelijke sommatie
Het mechanisme dat verantwoordelijk is voor de integratie van prikkelende postsynaptische potentialen (EPSP's) en remmende postsynaptische potentialen (IPSP's), of beide in het postsynaptische neuron, wordt sommatie genoemd. Aangezien een individuele EPSP een zeer klein effect heeft op de postsynaptische membraanpotentiaal, is het niet voldoende om het drempelniveau te bereiken, waardoor het produceren van een actiepotentiaal onmogelijk is. Om de drempelwaarde te bereiken, moeten daarom meerdere EPSP's herhaaldelijk achter elkaar of meerdere EPSP's tegelijkertijd voorkomen. Afhankelijk van de manier waarop EPSP's voorkomen, zijn er twee vormen van sommatie, namelijk; temporele sommatie en ruimtelijke sommatie. Deze twee vormen komen gelijktijdig voor om de membraanpotentiaal onder bepaalde fysiologische omstandigheden te reguleren.
Ruimtelijke sommatie
Ruimtelijke sommatie is het additieve effect van EPSP's of ISPS's die gelijktijdig afkomstig zijn van verschillende presynaptische neuronen op het membraanpotentiaal van het postsynaptische neuron. Dit omvat meerdere synapsen die tegelijkertijd actief zijn. De algebraïsche sommatie van potentialen van verschillende ingangen op de dendrieten wordt in deze sommatie beschouwd. Sommatie van EPSP's maakt het mogelijk om een actiepotentiaal te bereiken, en sommatie van IPSP's voorkomt dat de cel een actiepotentiaal bereikt.
Temporele sommatie
Temporele sommatie is de additieve effecten van opeenvolgende meervoudige EPSP's of IPSP's afkomstig van een enkel presynaptisch neuron op het membraanpotentieel van het postsynaptische neuron. Het betreft een enkele synapsis die herhaaldelijk actief is. Temporele optelling vindt plaats wanneer de tijdsduur voldoende lang is en de frequentie van potentiaalstijgingen hoog genoeg is om het actiepotentiaal te bereiken.
Wat is het verschil tussen ruimtelijke en temporele sommatie?
• Ruimtelijke sommatie omvat meerdere synapsen, terwijl temporele sommatie één synaps omvat.
• Bij temporele sommatie treden EPSP's snel achter elkaar op, terwijl bij ruimtelijke sommatie alle ESPS's tegelijkertijd optreden.
• In tegenstelling tot de ruimtelijke sommatie, hangt de temporele sommatie af van de tijdsduur waarin EPSP's optreden en de frequentie van potentiaalstijgingen.