Het belangrijkste verschil tussen somatische variatie en germinale variatie is dat somatische variatie de genetische variatie is die optreedt in somatische cellen, terwijl germinale variatie de genetische variatie is die optreedt in kiemcellen zoals eieren of sperma.
Genetische variatie verwijst naar het proces van het veranderen van het genetisch materiaal van een organisme of het verschil in DNA-sequenties tussen individuen binnen een populatie. DNA-sequenties onderhevig aan veranderingen met de tijd van generatie op generatie. Genetische recombinatie is een van de belangrijkste mechanismen die genetische variatie veroorzaken. Bovendien kan mutatie ook genetische variatie veroorzaken. Genetisch bezitten meercellige organismen twee hoofdtypen van cellen; somatische cellen en kiemcellen. Daarom zijn er twee soorten genetische variatie; zij zijn de somatische variatie en kiemvariatie. Als de genetische variatie optreedt in somatische cellen, noemen we het een somatische variatie, en als de genetische variatie optreedt in de geslachtscellen, noemen we het germinale variatie. Somatische variaties zijn meestal niet-erfelijk, terwijl germinale variaties meestal erfelijk zijn.