LCD-projector versus DLP-projector
LCD-projector en DLP-projector zijn de twee belangrijkste soorten projectoren. Hoewel u zich normaal gesproken geen zorgen maakt over technologieën die in een projector worden gebruikt, worden ze ineens belangrijk wanneer u een projector voor uw huis moet kopen. LCD en DLP zijn de belangrijkste technologieën die tegenwoordig worden gebruikt, en elk heeft zijn eigen voor- en nadelen. Het is dan logisch om de kenmerken van beide soorten projectoren te kennen om er een te kiezen die het beste bij uw eisen past.
DLP-projector
DLP staat voor digitale lichtprojectie. Het maakt gebruik van een draaiend wiel dat bestaat uit 3 primaire kleuren en enkele secundaire kleuren. Dit kleurendraaiende wiel is ontworpen om levendige kleuren te creëren. Een kwiklamp of een LCD-array wordt gebruikt om helder licht te produceren dat wordt weerkaatst door een chipset met duizenden kleine spiegels en vervolgens door een prisma gaat. Elke kleine of microspiegel is het equivalent van een enkele pixel. Het verbazingwekkende is dat elke spiegel een specifiek doel heeft en zijn taak kan worden verteld door een interne processor.
LCD-projector
Deze projectoren maken gebruik van LCD-panelen die een halfvast materiaal bevatten dat de primaire kleuren vertegenwoordigt. Wanneer er stroom door deze kristallen gaat, draaien ze en draaien ze, waardoor het licht gedeeltelijk wordt geblokkeerd, waardoor er veel kleuren en tinten zwart ontstaan.
Zowel DLP als LCD worden gebruikt in tv's, computermonitors en in het bijzonder projectoren. DLP-technologie is ontwikkeld door Texas Instruments (TI), een bedrijf dat ook halfgeleiders en andere computerapparatuur vervaardigt. DLP wordt niet alleen gebruikt in televisie met achterprojectie; het wordt nu ook in toenemende mate gebruikt in flatpanel-tv's naast bioscoopzalen.
Verschil tussen LCD-projector en DLP-projector
Over nadelen gesproken, LCD heeft last van een schermdeureffect, wat in eenvoudige bewoordingen een kloof tussen pixels is. Deze fout wordt echter verwijderd tijdens het kijken naar tv's met een hoge resolutie. DLP heeft daarentegen zachte randen vanwege het reflecterende karakter van de foto's. Het heeft ook een beter contrast dan LCD en daarom geniet het de voorkeur boven LCD door bioscoopzalen en filmliefhebbers thuis. DLP heeft echter last van een regenboogeffect: snelle veranderingen in de lichtomstandigheden die bij sommige mensen hoofdpijn veroorzaken. LCD, aan de andere kant, produceert constant rode, blauwe en grimmige beelden, waardoor de ogen niet worden belast.
Zowel LCD als DLP zijn momenteel populair en alleen de tijd zal uitwijzen welke van de twee technologieën in de toekomst de dominante zal worden.