Het belangrijkste verschil tussen geslachtsgebonden en autosomale overerving is dat geslachtsgebonden overerving plaatsvindt via de genen op geslachtschromosomen (X- en Y-chromosomen), terwijl autosomale overerving plaatsvindt via de genen op autosomen.
Geslachtsgebonden en autosomaal zijn de twee fundamentele overervingsmodi die de mechanismen van overdracht van een genetisch karakter van generatie op generatie beschrijven. Deze twee overervingsmodi volgen de Mendeliaanse wetten. Deze wetten beschrijven de overerving van karakters van ouder op nageslacht met behulp van drie basisprincipes: dominantie, segregatie en onafhankelijk assortiment.