De belangrijk verschil tussen directe en indirecte immunofluorescentie is dat de directe immunofluorescentie een enkel antilichaam gebruikt dat tegen het doelwit van belang werkt, terwijl de indirecte immunofluorescentie twee antilichamen gebruikt om het doelwit van belang te labelen.
Immunofluorescentie of celbeeldvorming is een techniek die wordt gebruikt om een specifiek doelantigeen te labelen met een fluorofoor. Hier is de fluorofoor een fluorescerende chemische verbinding die licht kan uitzenden bij lichtexcitatie. Wanneer een fluorofoor zich bindt met het doelantigeen, kan het doelmolecuul in het monster worden gedetecteerd. Om het verder te beschrijven: wanneer een antigeen zich bindt met een specifiek antilichaam, kan het worden geconjugeerd met fluoroforen. Daarom is het gemakkelijk om de aanwezigheid van het doelantigeen in het monster te detecteren bij observatie onder de fluorescentiemicroscoop.
Bovendien zijn er twee soorten immunofluorescentie; directe en indirecte immunofluorescentie. Het verschil tussen directe en indirecte immunofluorescentie zit hem vooral in het aantal gebruikte antilichamen en de fluorofoorconjugatie. Dat wil zeggen, bij directe immunofluorescentie conjugaat de fluorofoor direct met het primaire antilichaam, terwijl bij indirecte immunofluorescentie de fluorofoor conjugaat met het secundaire antilichaam.