Het belangrijkste verschil tussen plasma en interstitiële vloeistof is dat het plasma de vloeistof is waarin de bloedcellen en bloedplaatjes zweven, terwijl de interstitiële vloeistof de vloeistof is die de cellen in een organisme omringt.
Water is het belangrijkste bestanddeel van lichaamsvloeistoffen. Het lichaamswater is dus meestal te vinden in twee hoofdcompartimenten die intracellulaire vloeistof en extracellulaire vloeistof worden genoemd. Intracellulaire vloeistof bevindt zich in de cellen, terwijl extracellulaire vloeistof zich buiten de cellen bevindt. Intracellulaire vloeistof zorgt voor een hoger percentage in vergelijking met de extracellulaire vloeistof. Aan de andere kant heeft de extracellulaire vloeistof twee hoofdtypen; bloedplasma en interstitiële vloeistof. Onder hen bezet plasma een klein percentage in vergelijking met de interstitiële vloeistof.