Het belangrijkste verschil tussen granulocyten en agranulocyten is dat de granulocyten cytoplasmatische korrels bevatten, terwijl de agranulocyten geen cytoplasmatische korrels bevatten.
Bloed bevat verschillende componenten. Onder hen zijn witte bloedcellen of leukocyten een van de belangrijkste cellen die betrokken zijn bij verdediging en immuniteit. Ze dienen als het belangrijkste cellulaire deel van het bloed. Bovendien zijn ze groter dan rode bloedcellen, maar worden ze in vergelijking met hen in kleine aantallen aangetroffen. Er zijn ook twee soorten witte bloedcellen. Het zijn namelijk de granulocyten en agranulocyten. Deze classificatie hangt af van verschillende factoren, zoals de aan- of afwezigheid van cytoplasmatische korrels, nucleaire vorm, affiniteiten voor laboratoriumvlekken of kleurstoffen, enz.
Bovendien kunnen witte bloedcellen, in tegenstelling tot rode bloedcellen, het bloed verlaten door amoebe-achtig gedrag aan te nemen, zich door nauwe capillaire poriën te wringen en hun functie in verschillende weefsels te vervullen. De belangrijkste functie van leukocyten is echter om het lichaam te beschermen tegen infectieuze pathogenen en vreemde materialen. Zo zijn leukocyten en hun derivaten, samen met bepaalde plasma-eiwitten, verantwoordelijk voor het maken van het immuunsysteem in veel hogere organismen.