Het belangrijkste verschil tussen ingroup en outgroup in de biologie is dat een ingroup een groep nauw verwante taxa is die wordt onderzocht op evolutionaire relaties, terwijl outgroup een referentiegroep of een taxon is buiten de groep van interesse en verder verwant aan de ingroup.
Cladistiek of fylogenetica is de meest gebruikte methode bij biologische classificatie. Het gebruikt de meest recente gemeenschappelijke voorouder om organismen in groepen of clades te categoriseren. Cladistische analyse levert ten slotte een cladogram op, een boomvormig diagram dat de fylogenetische relaties tussen organismen weergeeft. Cladistiek helpt dus om evolutionaire relaties tussen soorten te bepalen, met name monofyletische organismen. Outgroup en ingroup zijn twee groepen gedefinieerd in cladistics. De ingroup is de groep taxa die wordt onderzocht om evolutionaire relaties te bepalen. Het zijn nauw verwante taxa of zustertaxa. Een outgroup daarentegen is een referentiegroep die buiten de interessegroep valt. De outgroup is in de verte verwant aan de ingroup.