Client Server-applicatie versus webapplicatie
Client / server-applicatie en webapplicatie zijn twee soorten applicaties die in de webwereld worden gebruikt. De applicaties die aan de clientzijde worden uitgevoerd en toegang hebben tot de externe server, worden client / server-applicaties genoemd, terwijl applicaties die volledig op de browser worden uitgevoerd, webapplicaties worden genoemd.
Client / server-applicatie
Een stukje softwareapplicatie dat aan de client- of gebruikerszijde wordt uitgevoerd en verzoeken doet aan de server of er toegang toe heeft tot informatie, wordt client-servertoepassing genoemd. Voor het schrijven van deze toepassingen worden talen op hoog niveau gebruikt, waaronder bedrijfslogica, formulieren en gebruikersinterface. De meeste toepassingen van dit type hebben een database en ze doen zoekopdrachten vanuit deze database die op de externe server is opgeslagen.
Een client-servertoepassing kan platformspecifiek zijn of kan ook platformonafhankelijk zijn als er een platformonafhankelijke programmeertaal wordt gebruikt. Het voordeel van het gebruik van een cross-platform taal is dat de applicatie er native uitziet voor het platform of het besturingssysteem van de client.
Elke client-servertoepassing moet op de computer van de client worden geïnstalleerd. Dit kan een zeer gemakkelijke klus zijn of het kan uren duren om de applicatie te installeren, aangezien dit afhangt van de complexiteit van de applicatie, de zorg die de ontwikkelaar betracht bij het inpakken ervan en het platform waarin het is geschreven.
Deze toepassingen kunnen op de computer van de gebruiker worden uitgevoerd of er kan een soort VNC-, Citrix- of terminalserver zijn die met het besturingssysteem werkt om een robuuste, krachtige, gebruiksvriendelijke en rijke interface te bieden.
web applicatie
Een applicatie die volledig op de browser van de gebruiker draait, wordt een webapplicatie genoemd. Een interface vergelijkbaar met de client-server-applicatie wordt aan de gebruiker verschaft in een webapplicatie en de gebruiker communiceert op dezelfde manier als de client-servertoepassing.
Een webtoepassing kan dezelfde functionaliteit bieden als een client-servertoepassing. Omdat deze applicaties op de browser draaien, kunnen ze op elk platform of besturingssysteem met een webbrowser worden uitgevoerd. Een tekstverwerker kan bijvoorbeeld ook een webtoepassing zijn waarmee gebruikers gegevens naar hun harde schijven kunnen downloaden.
Yahoo-mail- en Gmail-clients zijn voorbeelden van krachtige webtoepassingen en veel van de verfijning wordt geleverd door AJAX, dat wordt gebruikt om meer responsieve webtoepassingen te maken. Andere voorbeelden van webapplicaties van de volgende generatie zijn WebEx, WebOffice, Microsoft Office Live en Google Apps.
• In een client-servertoepassing communiceert de gebruiker met de server via een gebruikersinterface of applicatie die aan de clientzijde is geïnstalleerd, terwijl in een webtoepassing de gebruiker ermee communiceert via de webbrowser. • Een client-servertoepassing moet op de computer van de cliënt worden geïnstalleerd, terwijl dit bij een webtoepassing niet het geval is, omdat deze alleen op de browser draait. • Sommige client-servertoepassingen werken alleen op specifieke platforms, terwijl webtoepassingen platformonafhankelijk zijn omdat ze alleen een webbrowser nodig hebben om te werken. • Voorbeelden van client-servertoepassingen zijn onder meer Microsoft Outlook, Yahoo Messenger, Windows Live enz., Terwijl voorbeelden van webtoepassingen Google Apps, Gmail, Yahoo mail en Microsoft Office Live zijn. |