Normale goederen versus inferieure goederen
Wat kunnen normale en inferieure goederen zijn? De namen zijn op zichzelf erg verwarrend en suggereren iets dat van zwakkere kwaliteit is. Gelukkig zijn dit termen die alleen door economen worden gebruikt en niet door gewone mensen. Goederen of items die door ons worden gebruikt, worden door economen geclassificeerd op basis van ons gedrag. Als de consumptie van een goed toeneemt wanneer ons inkomensniveau stijgt, wordt er gezegd dat het een normaal goed is, en als het verbruik daalt, wordt het geclassificeerd als een inferieur goed. Deze tweedeling is nog steeds niet duidelijk, dus laten we de voorbeelden eens nader bekijken.
Normaal gesproken zou je verwachten dat de consumptie van goederen toeneemt met stijgende inkomensniveaus. Dit is een positieve correlatie tussen hoeveelheid en inkomen, en suggereert een toename van de vraag wanneer het inkomen van een individu toeneemt. Een goed is normaal als de elasticiteitscoëfficiënt van de vraag positief is en kleiner dan één. Een voorbeeld dat dit fenomeen weerspiegelt, is de vraag naar luxe auto's. Luxe auto's zijn geliefd bij iedereen. Maar omdat ze erg duur zijn, worden ze pas gekocht als het inkomensniveau van een individu stijgt.
Er zijn echter omstandigheden waarin het tegengestelde van deze neiging plaatsvindt. De vraag naar bepaalde goederen en diensten wordt negatief beïnvloed wanneer het inkomensniveau stijgt. Iemand reist bijvoorbeeld met de bus of ander openbaar vervoer, maar zodra hij zijn eigen motor of auto koopt, stopt hij met het openbaar vervoer. In dat geval wordt het openbaar vervoer geclassificeerd als een inferieur goed, hoewel het in werkelijkheid misschien niet zo is. De vraag naar dergelijke goederen neemt af met de toename van het inkomen. Niets wijst erop dat de kwaliteit van goed inferieur is, maar de classificatie door economen is zodanig dat mensen in de war raken. Een klassiek voorbeeld van inferieure goederen zijn noedels die onmiddellijk worden bereid. Niets wijst er echter op dat noedels van inferieure kwaliteit zijn,ze worden minder geconsumeerd naarmate het inkomen stijgt en worden vooral door studenten geconsumeerd.
Er zijn echter goederen die niet als normaal of inferieur kunnen worden geclassificeerd, aangezien hun vraag of gebruik geen noemenswaardige verandering vertoont met de stijging van het inkomensniveau. Zeep die in de badkamer of het afwasmiddel in de keuken wordt gebruikt, wordt niet in hoeveelheid verhoogd als het inkomen stijgt, noch wordt het gebruik ervan op enigerlei wijze verminderd. Dit soort goederen is dus niet normaal en ook niet inferieur.
Wat is het verschil tussen normale goederen en inferieure goederen? • Economen classificeren goederen als normaal of inferieur, afhankelijk van de verandering in hun consumptieniveau met stijgende inkomensniveaus • Als het consumptieniveau van goederen stijgt met de stijging van de inkomensniveaus, worden ze gegroepeerd als normale goederen • Als het consumptieniveau daalt met de toename van het inkomen, worden goederen gecategoriseerd als inferieure goederen |