Intensieve eigendommen versus uitgebreide eigendommen
Bijna alles om ons heen kan als een kwestie worden beschouwd. We kunnen materie definiëren als dingen die uit atomen en moleculen bestaan en een massa en een volume hebben. We verdelen ze voornamelijk in vier klassen: vast, vloeibaar, gas en plasma. Vaste stoffen hebben een duidelijke vorm en een volume (heeft een volgorde van rangschikking). De atomen of moleculen van een vaste stof zijn stevig gebonden, en er is heel weinig ruimte tussen hen in vergelijking met andere materie. Gas neemt de gegeven ruimte in en krijgt zijn volume. De bindingen tussen de atomen of moleculen in een gas zijn erg zwak. Gassen zijn gemakkelijk samendrukbaar en uitzetbaar. Vloeistoffen hebben tussen eigenschappen van een vaste stof en een gas. Plasma is gemaakt van geïoniseerde materie. Materie vertoont verschillende kwantitatieve en kwalitatieve eigenschappen. Massa, volume, dichtheid, gewicht kunnen als kwalitatieve eigenschappen worden beschouwd;smaak en geur kunnen worden opgevat als kwantitatieve eigenschappen van een kwestie. Fysieke eigenschappen van materie kunnen in tweeën worden verdeeld als intensieve en uitgebreide eigenschappen, en het zijn toestandsfuncties.
Intensieve eigenschappen
Intensieve eigenschappen zijn eigenschappen die niet afhankelijk zijn van de hoeveelheid materie. Daarom verandert de waarde niet als een deel van de sample wordt verwijderd. Verder hebben deze eigenschappen verschillende waarden van punt tot punt. Temperatuur, kookpunt, smeltpunt, druk, dichtheid, warmtecapaciteit, elektrische geleidbaarheid en viscositeit zijn enkele van de voorbeelden van intensieve eigenschappen. Meestal zijn deze eigenschappen kenmerkend voor een bepaalde stof; daarom kunnen deze worden gebruikt om verschillende stoffen te identificeren. Het kookpunt van water is 100 o C en het kookpunt van ethanol is 78 oC. Deze waarden zijn kenmerkend voor hen. Verder, ongeacht hoeveel volume water of ethanol wordt ingenomen, is het smeltpunt hetzelfde. De temperatuur van een gebouw kan van de ene plaats naar de andere veranderen. De dichtheid van de atmosfeer verandert ook van het ene punt naar het andere. Daarom kunnen intensieve eigenschappen ook worden gedefinieerd als elke eigenschap die op een punt in de ruimte kan bestaan. Specifieke eigenschap is een speciaal type intrinsieke eigenschappen. En dit wordt altijd gegeven op basis van eenheidsmassa. Specifiek volume is bijvoorbeeld het volume van 1 g stof. De eenheden zijn dus kubieke millimeters per gram. Evenzo kunnen er andere specifieke eigenschappen zijn voor een kwestie, die ook intensieve eigenschappen zijn.
Uitgebreide eigenschappen
Uitgebreide eigenschappen zijn eigenschappen die afhankelijk zijn van de grootte of de hoeveelheid materie. Massa, volume en lengte zijn enkele voorbeelden van uitgebreide eigenschappen. Als bijvoorbeeld alle lengtes van een kubus worden vergroot, neemt het volume toe. Verder neemt de hoeveelheid materie in de kubus toe; daarom zal zijn massa ook toenemen.
Wat is het verschil tussen intensieve eigendommen en extensieve eigendommen? • Intensieve eigenschappen zijn niet afhankelijk van de hoeveelheid materie, maar de uitgebreide eigenschappen zijn afhankelijk van de hoeveelheid aanwezige materie. • Temperatuur, kookpunt, smeltpunt, druk, dichtheid, warmtecapaciteit, elektrische geleidbaarheid en viscositeit zijn enkele voorbeelden van intensieve eigenschappen. Massa, volume en lengte zijn voorbeelden van uitgebreide eigenschappen. |