Koppeling versus oversteken
Koppeling en kruising zijn twee processen die worden beschouwd als uitzonderingen op Mendel's wet van onafhankelijk assortiment. De wet van Mendel wordt voornamelijk gebruikt om de overervingspatronen van chromosomen te beschrijven, maar beschrijft niet echt de overerving van individuele genen. Daarom moeten genen op chromosomen worden overwogen om koppeling en kruising te onderzoeken.
Koppeling
De neiging van bepaalde genen op hetzelfde chromosoom om samen te worden overgeërfd, wordt koppeling genoemd. Koppeling vindt alleen plaats als twee genen zich dicht bij elkaar op hetzelfde chromosoom bevinden. Dergelijke dicht bij elkaar gelegen genen, die niet onafhankelijk sorteren, worden gekoppelde genen genoemd. In tegenstelling tot onafhankelijk sorterende genen, worden de gekoppelde genen vaker samen naar dezelfde gameet overgedragen. Als de twee genen ver van elkaar verwijderd zijn op hetzelfde chromosoom, hebben ze de neiging om onafhankelijk te sorteren en gelijkelijk door te geven aan dezelfde of verschillende gameten.
Oversteken
Het proces van materiaaluitwisseling tussen homologe chromosomen en resulterende recombinante genen wordt cross-over genoemd. Het proces dat recombinante genen produceert door over te kruisen, wordt 'recombinatie' genoemd. Het komt alleen voor tijdens de profase van meiose I van meiotische deling. Oversteken kan gameten produceren met totaal verschillende gencombinaties die niet alleen in beide ouders voorkomen. Het percentage kruising varieert met de organismen. Wanneer twee genen zich zeer dicht op hetzelfde chromosoom bevinden, is de frequentie van kruisen laag. Als ze uit elkaar staan, is het percentage oversteken erg hoog.
Oversteken komt zeer zelden voor in de buurt van centromeer of in de richting van de telomeren. Cross-over is belangrijk bij chromosomale mapping en het bewijst dat de genen lineair op een chromosoom zijn gerangschikt.
Wat is het verschil tussen Linkage en Crossing Over?
• Koppeling is de neiging om genen samen op hetzelfde chromosoom te erven, terwijl kruising het proces is van het uitwisselen van genen tussen homologe chromosomen.
• Koppeling vindt plaats wanneer twee genen dichter bij elkaar op hetzelfde chromosoom staan. Daarentegen vindt kruising plaats wanneer twee genen ver uit elkaar op hetzelfde chromosoom liggen.
• Oversteken kan de door koppeling gemaakte gengroepen verstoren.
• In tegenstelling tot de koppeling vindt het oversteken alleen plaats tijdens de profase van meiose I.
• In tegenstelling tot de koppeling, produceert kruising recombinante allelen.