Het belangrijkste verschil tussen ioniserende en niet-ioniserende straling is dat ioniserende straling een hoge energie heeft dan niet-ioniserende straling.
Straling is het proces waarbij golven of energiedeeltjes (bijv. Gammastralen, röntgenstralen, fotonen) door een medium of ruimte reizen. Radioactiviteit is de spontane nucleaire transformatie die resulteert in de vorming van nieuwe elementen. Met andere woorden, radioactiviteit is het vermogen om straling af te geven. Er zijn een groot aantal radioactieve elementen. In een normaal atoom is de kern stabiel. In de kernen van radioactieve elementen is er echter een onbalans tussen neutronen en protonen; ze zijn dus niet stabiel. Om stabiel te worden, zullen deze kernen daarom deeltjes uitzenden, en dit proces staat bekend als radioactief verval. Deze emissies zijn wat we straling noemen. Straling kan optreden als ioniserende of niet-ioniserende vorm.