Het belangrijkste verschil tussen C4- en CAM-planten is dat in C4-planten koolstoffixatie plaatsvindt in zowel mesofyl- als bundelschedecellen, terwijl in CAM-planten koolstoffixatie alleen plaatsvindt in mesofylcellen.
De meeste planten volgen de Calvin-cyclus, de C3-fotosyntheseroute. Deze planten groeien in streken waar voldoende water beschikbaar is. Bovendien volgt meer dan 90% van de planten de C3-route van koolhydraatsynthese. Er zijn echter nog twee andere plantcategorieën. Het zijn C4-planten en CAM-planten. Maar C4-planten en CAM-planten zijn aanwezig in droge streken met een beperkte hoeveelheid water. Ze gebruiken speciale koolstoffixatiepaden om koolstof te fixeren en ook om het watergehalte in hun plantenlichamen te behouden.